De toekomst van het bos stond centraal tijdens het Aardhuissymposium op 4 maart j.l. Dit syposium werd georganiseerd door de activiteitencommissie van de KNBV in samenwerking met Kroondomein Het Loo. Hoewel de KNBV dit jaar 100 jaar bestaat, werd er door diverse sprekers op 4 maart juist vooruit gekeken: ‘Op welke manieren kun je tegen het toekomstige bos aankijken? Kunnen of moeten bosbeheerders en –beleidsmakers anticiperen op de toekomst? Op welke toekomst dan? De dagvoorzitter, Arno Willems van de Unie van Bosgroepen, citeerde in zijn inleiding Ed Nijpels: “Bos en natuur hebben zo vele functies die we ons niet meer bewust zijn. Ze hebben meestal te maken met het welzijn voor de aarde en de mens. Bijvoorbeeld bossen houden water vast, reinigen ons water. En de mens die een bos in loopt voelt zich meteen lichter en kan de zorgen van de dag relativeren.”
Hank Bartelink, directeur van de 12 landschappen en de nieuwe voorzitter van de KNBV, ging in op de maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste eeuwen en de invloeden daarvan op het bos. Hij nam de deelnemers in grote stappen mee van ‘het bos als bron en als sta-in-de-weg’ naar het bos als ‘recreatiegebied en natuurelement’. De maatschappij vraagt nu een ander bos, het bos zelf heeft andere betekenissen (denk hierbij bijvoorbeeld aan de zuiverende en regulerende functie), en het werken in en met het bos is ook nog altijd in ontwikkeling. Op dit moment zijn er een aantal dilemma’s waar we voor staan:
De KNBV heeft als thema in haar strategienota opgenomen om het bos te promoten en de KNBV zichtbaarder te maken. Mensen moeten actief bij het bos worden betrokken. Ze wil dit met name tijdens dit jubileumjaardoen onder het motto ‘een bosmoment voor iedereen’, met activiteiten als de bosquiz en zomeravondwandelingen.
Wouter Delforterie van Bosgroep Zuid Nederland vroeg zich af of hij wel een half uur vol kon praten. Dat is hem goed gelukt. Zijn visie op het bos van morgen is dat dit moet voorzien in alle behoeften die de samenleving van morgen van het bos vraagt. Anticiperen doen we volgens hem niet en hebben we ook nooit gedaan. Hij gaf het voorbeeld van het inrichten van bossen om hout voor de mijnbouw te produceren rond 1900. Na het sluiten van de mijnen in de jaren zestig zaten we er mee. De vraag op dat moment lag meer op het terrein van recreatie en natuur. Je moet dus anticiperen, maar je ook weer niet te veel vastpinnen op iets. Wouter gaf het voorbeeld van Jules Verne die een reis naar de maan voorspelde in een raket op stoom. Hij heeft gelijk gekregen, maar de raket werkte niet op stoom. Tenslotte gaf hij nog een goed houvast mee. Wat hebben Plinius, Beethoven, Mondriaan en Wolkers gemeen? Zij vinden het bos mooi! Een mooi bos is daarom altijd goed en je de vraag stellen ‘wordt het bos er mooier van?’ is een goed houvast. Elke eigenaar kan het antwoord op zijn eigen manier invullen.
Vanuit een heel ander oogpunt heeft Ronald van der Heide, tuin- en landschapsarchitect bij Copijn, zijn visie op de toekomst van het bos gegeven. Landschapsarchitecten praten over het bossen in beelden: van een lieflijk tot een woest bos, van sacrale en monumentale bossen. Ze zien een bos als een plek waaraan vormgegeven kan worden. Ronald gaf enkele voorbeelden van projecten waar ze als bureau de laatste tijd aan hebben gewerkt. Hierbij speelt de structuur van het bos steeds een belangrijke rol, hetzij als structuurdrager, hetzij als aanbrenger van structuur. Het inzetten van diverse typen bos bij de Floriade van 2012 bij Venlo is een voorbeeld van ingrepen in het bos doen zodat de karakteristieken van het bos versterkt worden. Ronald constateert een nieuwe waardering voor het bos, vergelijkbaar met de ‘slow food’ ontwikkeling. Dat kan zijn in de vorm van stadsbossen en het gebruik van lokale producten (bijvoorbeeld een gebouw in Raalte dat is gebouwd met gebruik van lariks uit het aanpalende bos). Ook kan het bos een rol spelen in het creëren van nieuwe beelden, door bijvoorbeeld alleen ‘rood’ bos aan te planten.
Aan de hand van de drie sprekers kwamen een aantal boeiende vragen vanuit het publiek aan de orde. Eén van de deelnemers vroeg zich af wat ‘mooi bos’ is. Smaken verschillen nu eenmaal. Voor sommige bosbezoekers is het mooiste bos ‘een bos waar de hond los mag’. Jaap Kuper van Kroondomein Het Loo staat op het standpunt dat je helemaal niet moet anticiperen op de toekomst. “Je moet het doen met de kennis en de vragen van vandaag, want dat weten we tenminste zeker.” Zo lang het bos nog ‘beter’ kan worden op heel veel terreinen (biodiversiteit, ouder worden, enz.) is er nog veel te doen en kun je dus in feite niets fout doen. Arno Willems, de dagvoorzitter, constateerde dat het lastig is om een strakke lijn vast te houden in het beheer. Kijk je naar vandaag en ga je er vanuit dat het morgen ongeveer hetzelfde zal zijn (net als bij de weersverwachting)? Of moet je wel de langere termijn voor ogen houden, die behoorlijk ongewis is? Een aantal handvatten om naar de toekomst te kijken, heeft hij wel geïnventariseerd deze middag:
De middag werd op een verrassende manier afgesloten door verhalenverteller Hans Platenkamp. Hij vertelde – met behulp van het publiek – een spannend en beeldend verhaal over de belevenissen van de nieuwe voorzitter in het bos. Op zoek naar een visie beleefde hij allerlei avonturen met wilde zwijnen, kikkers, boskabouters, aardmannen en eekhoorns. De deelnemers aan het symposium gingen bovendien nog naar huis met een tip hoe je kabouters te zien kunt krijgen.
door Petra Visser, namens Kroondomein Het Loo
Dit artikel is gecategoriseerd onder Impressies. Er zijn nog geen reacties op dit artikel.
Nog niemand heeft gereageerd. Gebruik het formulier hieronder om jouw reactie toe te voegen.